Het manifesteren van een regeneratieve kaassoufflé
Afgelopen zomer dook in het tv-programma Bed & Breakfast vol liefde de term ‘manifesteren’ weer eens op. De dame die haar mond hier vol van had, was op bezoek bij slangenman Dick. Die brak haar manifestaties over Surinaams geluk in de liefde zonder veel omwegen in de knop. Gebrek aan fysieke klik, waar hij wel vaker bij aantrekkelijke vrouwen last van bleek te hebben. Maar ondanks dit teleurstellende verhaal is in het algemeen de kans op succes groter als je over iets vaak en veel nadenkt. Dromen over een wereldkampioenschap Formule 1 maakt het bijvoorbeeld waarschijnlijker dat je vader een kart koopt.
Wat is dan de secret achter mijn keuze om een regeneratieve kaassoufflé te gaan manifesteren? Het is immers een superongezonde snack, die meer CO2 uitstoot dan de dode dieren achter dezelfde vitrine. En waarschijnlijk heeft er nog nooit een boer aan het einde van de maand tevreden naar de souffle-omzet gekeken. Nou, daarom dus. Als dit kan, dan lukt alles.
Tot mijn zeventiende kan ik me niet herinneren dat ik er überhaupt eentje at. Ik groeide op in de binnenlanden van Drenthe en daar aten we vlees. Veel vlees. Mijn favoriete snack was de kadaverstaaf speciaal. Een soort verkeersongeluk op het bord, dat ik wegspoelde met liters cola. Over gezond eten heb ik voor de eeuwwisseling nooit iemand gehoord. Waarschijnlijk lette ik niet op. Van veel eten werd je dik en extreem linkse mensen aten vies brood, dat was het bij ons wel zo’n beetje. Aan alcohol kon je dan maar weer het beste op tijd wennen.
Mijn liefde voor de kaasbom ontstond pas toen ik met vrienden voor het eerst zonder ouders op vakantie ging. Na het stappen op Terschelling troffen we daar een jongen bij de snackkar die waarschijnlijk later op de marketingafdeling van de kaassouffléfabriek is beland. Na een avond comazuipen de gloeiendhete kaassnack met mayo naar binnen werken, was volgens hem het beste wat je kon overkomen. En hij had gelijk. Doordat dezelfde week mijn verliefdheid op een meisje voor het eerst wederzijds bleek, ontstond er in mijn hersenen vanaf de kaashap een snelweg naar geluk. Zoals bij een trauma, maar dan warmer, smeuïg en met blaren in je mond.

